5. Hoe is de Immigratiebeleid in Nederland?
Door de jaren heen werd men steeds strenger tegen het optreden van de nieuwkomers. De aller eerste vreemdelingenwet werd in 1849 vastgelegd. Hierin stond vastgelegd welke vreemdelingen Nederland binnen mochten komen en welke ongewenst waren. Volgens deze vreemdelingenwet moest iedereen die beschikte over een geldige paspoort en over voldoende middelen om van te leven toegelaten worden. Maar ook degene die hier niet over beschikte mochten blijven, als ze maar betrouwbaar uitzagen en bereid waren om hard te werken. Deze Vreemdelingenwet was vooral bedoeld om te voorkomen dat Nederland opgescheept raakte met buitenlandse ‘armoedzaaiers’. Helaas werd deze wet nauwelijks nageleefd, omdat Nederland veel werk te bieden had. Dus werden er allerlei nieuwe vreemdelingenwetten ingevoerd met hogere eisen, waaronder de werkvergunning. Tegenwoordig maakt Nederland net als alle andere EU-landen gebruik van de migratiebeleid. Wie het lukt om Europa te bereiken, wordt geconfronteerd met het migratiebeleid van het land van aankomst. Deze verschilt wel per land. Zo is het namelijk in Spanje relatief makkelijk voor migranten om een baan te vinden, terwijl dat in België juist veel moeilijker is. De Nederlandse overheid eist steeds meer van niet-westerse migranten. Terwijl men tot de jaren negentig vond dat immigranten het recht hadden om hun eigen cultuur te behouden, ligt de nadruk nu meer op inburgeren en assimileren. Ook ten opzichte van illegale migranten wordt de overheid steeds strenger. Beleidsmakers willen illegalen namelijk niet alleen uitsluiten van werk en opleiding, maar vooral terugsturen naar waar ze vandaan komen. Natuurlijk is het niet zo dat beleidmakers ook onschuldige mensen die geen kant op kunnen terugsturen, want iedereen krijgt een eerlijk proces. Hierbij wordt er veel onderzoek gedaan, waaruit moet blijken dat je het recht hebt om in Nederland te blijven. Wanneer dit niet het geval is, moet je wel terug naar waar je vandaan komt.